De treinen zijn lang weggerot
toch rijden ze nog menig nacht
hun gruwelritten naar de dood
echoën de schrille stemmen
en vertwijfeling in nood
de barakken staan verlaten
muren uitgemergeld overeind
diep in geleden pijn gestoken
dromen in rook opgegaan
genadeloos gebroken
de deken van de tijd bedekt
het oog voor bergen blote lijven
gewassen door verraad
de deken van de tijd bedekt
het oog voor bergen blote lijven
gewassen door verraad
de wreedheid van de macht of
hoe rauw het naakt kan wezen
weet slechts stilte
achter prikkeldraad
Kunstschilder Albert Ziëck -Fotografie Wim Mintjes
Geen opmerkingen:
Een reactie posten